X is het er niet mee eens dat belasting wordt geheven over zijn invaliditeitspensioen van het Europees Octrooi Bureau. In 2015 stelt Hof Den Haag hem in het gelijk. De inspecteur vermindert vervolgens de IB-aanslagen 2008-2010 en geeft verliesverrekeningsbeschikkingen af. Een en ander resulteert in IB-teruggaven over de jaren 2005-2007. X maakt vervolgens bezwaar omdat over de teruggaven geen rente is vergoed. De inspecteur wijst dit verzoek af bij brief van 2 november 2017. X gaat in beroep. Rechtbank Gelderland verklaart zich onbevoegd om kennis te nemen van de zaak. X gaat vervolgens in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank het beroep gegrond had moeten verklaren en het tegen de verliesverrekeningsbeschikkingen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk. Volgens het hof is er weliswaar geen sprake van een ingevolge de belastingwet genomen besluit waartegen beroep bij de belastingrechter kan worden ingesteld, maar had X de brief van 2 november 2017, gelet op de inhoud ervan, redelijkerwijs kunnen en mogen opvatten als uitspraken op de door hem ingediende bezwaarschriften. De rechtbank had het beroep van X dan ook moeten ontvangen.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 26
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 3 juni