X komt bij de rechtbank in beroep. Het geschil betreft onder andere het niet-tijdig beslissen van de inspecteur op het bezwaar van X tegen de aanslag IB/PVV 2016 en diens verzoek om herziening van de voorlopige aanslag IB/PVV 2017. De rechtbank verklaart het beroep op deze punten niet-ontvankelijk.
Volgens Hof 's-Hertogenbosch is het beroep van X, voor zover dat betrekking heeft op diens klacht dat de inspecteur niet-tijdig op zijn bezwaar tegen de aanslag heeft beslist, terecht niet-ontvankelijk verklaard. X had eerst bezwaar moeten maken. Het emailverkeer tussen X en de inspecteur heeft weliswaar geleid tot ambtshalve vermindering van de aanslag IB/PVV 2016. Daaruit kan echter niet worden afgeleid dat X tegen die aanslag bezwaar heeft gemaakt. Ook het beroep van X tegen het niet-tijdig beslissen van de inspecteur op het verzoek om herziening van de voorlopige aanslag IB/PVV 2017 is terecht niet-ontvankelijk verklaard. Op het moment van het instellen van het beroep was de beslistermijn van acht weken nog niet verstreken. Dat betekent dat sprake is van een door X ingesteld prematuur (te vroeg) beroep. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:13
Algemene wet bestuursrecht 6:10
Algemene wet bestuursrecht 4:13
Algemene wet bestuursrecht 7:1
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 20 april