Belanghebbende, X, is het niet eens met een bedrag van € 5,70 aan leges kopieerkosten. X stelt onder meer dat de gemeente de leges ten onrechte heeft opgelegd op grond van art. 229 lid 1 letter b Gemeentewet in plaats van art. 12 Wob. De leges moeten om die reden vernietigd worden, aldus X.
Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt dat de leges in verband met de kopieerkosten voor het Wob-verzoek zijn opgelegd op grond van art. 229 lid 1 letter b Gemeentewet. Het hof is van oordeel dat de heffing niet gebaseerd had dienen te worden op art. 12 van de Wob. Dit artikel is namelijk niet een lex specialis ten opzichte van art. 229 lid 1 letter b Gemeentewet (zie ABRvS 22 augustus 2012, nr. 201109604/1/A3, AB 2012/398 en HR 8 februari 2013, nr. 12/00529, BNB 2013/88). Aangezien de aanslag ten onrechte is opgelegd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente en dit gebrek pas hersteld is bij uitspraak op bezwaar, acht het hof een veroordeling van de heffingsambtenaar in de kosten die X voor de bezwaarfase heeft gemaakt, op zijn plaats. Het hof baseert de bezwaarkostenvergoeding op art. 8:75 Awb aangezien een kostenvergoeding op grond van art. 7:15 lid 2 Awb hier niet mogelijk is (vgl. Hof Arnhem-Leeuwarden 9 februari 2016, nr. 15/00401, V-N 2016/23.23.5.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 15 augustus