De Hoge Raad oordeelt dat de bijstand is verleend om de vergoeding in verband met de onteigening vast te stellen. Aangezien er sprake is van een van de btw-heffing vrijgestelde levering, en X de btw niet in aftrek kan brengen, moet de Staat ook de btw vergoeden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant spreekt de vervroegde onteigening uit van een gedeelte van een aan X toebehorend perceel in Steenbergen. De rechtbank kent vervolgens een schadeloosstelling toe aan X en veroordeelt de Staat in de kosten van het geding. In geschil is of de door X gemaakte kosten van juridische en andere deskundige bijstand moeten worden vastgesteld met inbegrip van de door de deskundigen aan X in rekening gebrachte btw. De rechtbank overweegt dat er sprake is van een vrijgestelde levering, zodat X de in rekening gebrachte btw niet in aftrek kan brengen. Volgens de rechtbank vormt de btw dan een schadepost die vergoed moet worden.

De Hoge Raad oordeelt dat de verleende juridische en andere deskundige bijstand is verleend om de vergoeding in verband met de onteigening vast te stellen. Vervolgens stelt de Hoge Raad vast dat de rechtsovergang van het onteigende deel van het perceel, door de onteigeningsprocedure, een van de btw-heffing vrijgestelde levering is. Volgens de Hoge Raad kan X de btw dan niet in aftrek brengen, zodat de Staat ook de btw moet vergoeden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 11

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 8 april

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen