Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de btw-koepelvrijstelling niet geldt voor diensten die worden verricht door een groepering waarvan de leden een economische activiteit op het gebied van verzekeringen uitoefenen.

Het Poolse Aviva Towarzystwo Ubezpieczeń na Życie S.A. w Warszawie behoort tot de Aviva-groep. De groep verricht verzekeringsdiensten in Europa. De groep overweegt om, in de vorm van EESV, in een aantal EU-lidstaten centra voor gemeenschappelijke diensten op te richten. Alleen vennootschappen van de Aviva-groep die activiteiten in de verzekeringsbranche ontplooien, zoals Aviva Warszawie, mogen lid zijn van dit EESV. De centra voor gemeenschappelijke diensten zijn bedoeld om de diensten te verrichten die de leden van de groepering (leden van de EESV) rechtstreeks nodig hebben voor de uitoefening van hun verzekeringsactiviteiten. Hierbij valt met name te denken aan personeelsdiensten, financiële en boekhoudkundige diensten, IT-diensten, administratieve diensten, klantenservice en diensten op het gebied van de ontwikkeling van nieuwe producten. Aviva Warszawie legt aan de Poolse Belastingdienst de vraag voor of de beschreven werkzaamheid van het EESV is vrijgesteld van btw. Volgens de Belastingdienst is de vrijstelling niet van toepassing, omdat niet aan de voorwaarden wordt voldaan, met name de voorwaarde dat de mededinging niet mag worden verstoord. De Poolse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de btw-koepelvrijstelling niet geldt voor diensten die worden verricht door een groepering waarvan de leden een economische activiteit op het gebied van verzekeringen uitoefenen. De vrijstelling geldt namelijk alleen voor zelfstandige groeperingen van personen waarvan de leden een activiteit van algemeen belang in de zin van art. 132 Btw-richtlijn uitoefenen. Het Hof van Justitie EU overweegt hierbij dat een economische activiteit op het gebied van verzekeringen niet een activiteit van algemeen belang is.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 22 september

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen