Hof Arnhem-Leeuwarden overweegt dat de bestuursrechter onbevoegd is bij een beroep tegen een toerekening van een betaling van een derdenbeslag in de zin van art. 7 IW 1990. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
X komt, na tot en met in cassatie de hoogte van de aanslag IB/PVV 2014 te hebben bestreden, op tegen de invorderingskant van de aanslag. Hij betaalt de aanslag niet, waarna uiteindelijk door een (executoriaal) derdenbeslag door de ontvanger onder het UWV de openstaande belastingschuld wordt voldaan. X komt op tegen de toerekening van de betaling in verband met dit derdenbeslag.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2021/36.1.5) overweegt dat de bestuursrechter onbevoegd is bij een beroep tegen een toerekening van een betaling van een derdenbeslag in de zin van art. 7 IW 1990. Art. 8:5 lid 1 Awb bepaalt dat geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit als bedoeld in art. 1 Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak. In die bepaling wordt de Invorderingswet genoemd. Art. 7 IW 1990 staat niet genoemd als uitzondering op de hoofdregel dat tegen een besluit op grond van de Invorderingswet 1990 geen beroep open staat. X kan hiertegen dus alleen een vordering instellen bij de burgerlijke rechter (art. 8:71 Awb). De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Invordering, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 28 april