X houdt zich bezig met het bedrijfsmatig (op)fokken van pony's. In geschil is of twee weilanden die X hiervoor in gebruik heeft, aan te merken zijn als ten behoeve van de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond. Is dit het geval, dan delen deze weilanden in de cultuurgrondvrijstelling en is de WOZ-waarde ervan nihil.
Rechtbank Zutphen oordeelt dat de weilanden die X in gebruik heeft voor het bedrijfsmatig (op)fokken van pony's onder de cultuurgrondvrijstelling vallen. De gemeente stelt onder verwijzing naar HR 26 augustus 1998, nr. 32.598, V-N 1998/46.17 dat het (op)fokken van pony's niet aan te merken is als landbouw, maar de rechtbank overweegt dat dit arrest betrekking heeft op de heffing van inkomstenbelasting en niet op de specifieke uitleg van het begrip landbouw in de zin van de onderhavige vrijstellingsbepaling in art. 2 lid 2 UR uitgezonderde objecten Wet WOZ. Daarbij kan de vraag of het bedrijfsmatig fokken en houden van pony's als ‘landbouw' moet worden aangemerkt volgens de rechtbank in het midden blijven nu uit de feiten blijkt dat X de weilanden bedrijfsmatig exploiteert als bedoeld in art. 2 lid 1 onderdeel a UR uitgezonderde objecten Wet WOZ. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond en verlaagt de WOZ-waarde van de twee weilanden naar nihil.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet waardering onroerende zaken 2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Zutphen
Editie: 7 november