Rechtbank Breda oordeelt dat het lagere overdrachtsbelastingtarief van 2% niet hoeft te worden toegepast op verkrijgingen van woningen van vóór 15 juni 2011. Dit geldt ook voor X die vóór 15 juni 2011 een woning verkreeg. Volgens de rechtbank hoefde de terugwerkende kracht niet verder dan tot 15 juni 2011 te gaan.

 

X verkrijgt in 2011 de eigendom van een woning. De overdrachtsbelasting van 6% (€ 104.703) wordt op 19 juli 2011 voldaan. In geschil is het tarief aan overdrachtsbelasting dat van toepassing is. X stelt dat hij recht heeft op toepassing van het verlaagde tarief van 2% dat geldt voor verkrijgingen vanaf 15 juni 2012. X stelt onder andere dat er geen reden was om het verlaagde tarief eerder dan op 1 juli 2011 in te laten gaan.

Rechtbank Breda oordeelt dat de wetgever gegronde redenen heeft gegeven waarom hij de tariefsverlaging niet verder heeft laten terugwerken dan tot en met 15 juni 2011. De rechtbank wijst er op dat onder andere budgettaire motieven hebben meegespeeld. Volgens de rechtbank is de wetgever niet buiten de hem toekomende ruime beoordelingsvrijheid getreden. Ook is er volgens de rechtbank geen strijd met het gelijkheidsbeginsel.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op belastingen van rechtsverkeer 14

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Rechtbank Breda

Editie: 7 november

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen