Hof 's-Hertogenbosch oordeelt na verwijzing door de Hoge Raad dat de overgedragen lichamelijke en onlichamelijke zaken samen de door A bv gedreven handel in gebruikte caravans vormden.

Belanghebbende, X bv, verkoopt en repareert caravans. Voor de omzetbelasting claimt X bv in 2007 in verband met de overname door haar op 31 januari 2007 van de onderneming van A bv, verrekening van de negatieve jaarmarge over 2007 van A bv. De grootste leverancier van A bv haalde in 2006 alle nieuwe caravans terug en dwong A bv tot de verkoop van alle gebruikte caravans. In geschil is uitsluitend of op 31 januari 2007 sprake is van een overdracht van een algemeenheid van goederen (art. 31, thans art. 37d Wet OB 1968), hetgeen X bv stelt en de inspecteur betwist. Rechtbank Leeuwarden stelt de inspecteur in het gelijk. Hof Arnhem-Leeuwarden verwerpt de stelling van de inspecteur dat de onderneming van A bv al voor het sluiten van de overeenkomst was opgehouden te bestaan. De economische activiteiten van A bv waren op 31 januari 2007 nog niet beëindigd en zijn nadien door X bv voortgezet. Weliswaar was kort daarvoor de laatste voorraad gebruikte caravans verkocht, maar de daaruit volgende uitleveringsactiviteiten hebben nog enige tijd in beslag genomen. De klanten van A bv zijn voorts actief benaderd met de mededeling dat X bv de onderneming van A bv zou voortzetten. X bv mag de negatieve jaarmarge dus verrekenen. De Hoge Raad (13 maart 2015,nr. 14/02600, V-N 2015/15.15) oordeelt dat de vaststelling door het hof dat de economische activiteiten van A bv op 31 januari 2007 nog niet waren beëindigd, niet zonder meer de conclusie wettigt dat de overeenkomst de overdracht van de handelszaak van A bv of van een autonoom bedrijfsonderdeel behelsde. Het hof had aan de hand van het arrest-Schriever (HvJ EU 10 november 2011, nr. C-444/10, V-N 2011/63.16) moeten beoordelen of de in de overeenkomst vermelde lichamelijke en onlichamelijke zaken samen een handelszaak of een autonoom bedrijfsonderdeel vormden. Volgt verwijzing.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de overgedragen lichamelijke en onlichamelijke zaken samen de door A bv gedreven handel in gebruikte caravans vormden. In casu betreft het de voortzetting van de handelsnaam, alsmede de overname van het cliëntenbestand, de telefoon- en internetgegevens en de administratie. Met deze zaken kan een autonome economische activiteit worden uitgeoefend. De overdracht is dus aan te merken als een overgang van een algemeenheid van goederen. Het hoger beroep van X bv is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 31

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 23 december

13

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen