X parkeert haar auto op 21, 22 en 23 maart 2020 op een parkeerplaats waar betaald parkeren geldt. Zij heeft de verschuldigde parkeerbelasting niet voldaan. X krijgt de drie in geschil zijnde naheffingsaanslagen parkeerbelasting opgelegd. Volgens X was het bord waarop vermeld staat dat ter plaatse betaald parkeren geldt ten tijde van het parkeren van de auto aan het zicht onttrokken door een bouwcontainer. De heffingsambtenaar is van mening dat de verschuldigdheid van parkeerbelasting voldoende kenbaar was.
Volgens Hof Den Haag is X op de route diverse betaaldparkerenborden (herhalingsborden) en parkeerautomaten gepasseerd. Nergens is op de gereden route een bord geplaatst dat aangeeft dat de betaaldparkerenzone eindigt. De verschuldigdheid van parkeerbelasting ter plaatse was volgens het hof voldoende kenbaar. X had kunnen weten dat zij zich in een betaaldparkerenzone bevond. Door de auto te parkeren en zonder nader onderzoek geen parkeerbelasting te voldoen, heeft X niet aan haar onderzoeksplicht voldaan. Het was overduidelijk dat aan de straat groot onderhoud werd verricht. Juist dan is extra oplettendheid van alle gebruikers geboden, ook wat betreft onderzoek naar bebording. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 27 juli