Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur belanghebbendes aangiften terecht corrigeert nu de terugbetaling van het te veel ontvangen pensioen al door verrekening heeft plaatsgevonden. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).
X ontvangt sinds maart 2011 een pensioenuitkering. Het pensioenfonds keert aanvankelijk te veel pensioen uit. Het pensioenfonds maakt met X afspraken over verrekening van het te veel ontvangen pensioen. In 2014 houdt het pensioenfonds bruto € 3.101,48 en in 2015 bruto € 9.304,44 in. X' fiscaal loon bedraagt na verrekening in 2014 bruto € 7.321 en in 2015 bruto € 1.123. X voert in zijn aangifte IB/PVV 2014 een negatief loon op van € 3.101. In de aangifte IB/PVV 2015 voert X € 1.123 als pensioeninkomen op, maar verrekent hij een te hoog bedrag aan loonheffingen. De inspecteur corrigeert bij het opleggen van de aanslagen het negatief loon en de loonheffingen. In hoger beroep is in geschil of de inspecteur het negatieve loon en de ingehouden loonheffingen terecht heeft gecorrigeerd.
Hof 's-Hertogenbosch (V-N 2019/60.1.4) oordeelt dat de inspecteur X' aangiften terecht corrigeert. De terugbetaling van het te veel ontvangen pensioen heeft plaatsgevonden door verrekening. Als daarnaast in de aangifte nog een bedrag als negatief loon in aanmerking genomen zou worden, vindt ten onrechte dubbele aftrek van het negatieve loon plaats. Alleen op het brutobedrag dat resteerde na verrekening is loonheffing ingehouden. Daarom bestaat er ook geen recht op verrekening van meer loonheffing. X' hoger beroep faalt.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.81
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting
Instantie: Hoge Raad
Editie: 30 april