Hof Arnhem-Leeuwarden veroordeelt X in de reiskosten van de heffingsambtenaar, wegens kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

De heffingsambtenaar stelt de WOZ-waarde van de woning en de garage van X vast voor belastingjaar 2017. X komt in beroep en doet een verzoek tot wraking van de rechters. Dit verzoek wordt afgewezen. X komt in hoger beroep en doet een verzoek tot wraking van de leden van het hof. Ook dit wordt afgewezen. X claimt een schadevergoeding van € 100.000.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N Vandaag 2019/2009) oordeelt dat de waarde juist is vastgesteld. Het verzoek van X om schadevergoeding wordt afgewezen. Er staat geen rechtsmiddel open tegen de afwijzing van het wrakingsverzoek. Het hof behandelt deze vraag als klacht over schending van het fundamentele recht op behandeling van de zaak door een onpartijdige rechter (HR 2 december 2005, nr. 40066, BNB 2006/96). Van een schending van dit recht is geen sprake. Het hof veroordeelt X in de proceskosten van de heffingsambtenaar, omdat sprake is van kennelijk onredelijk gebruik van het procesrecht. X voert in geen enkele procedure inhoudelijke grieven aan en komt nooit naar de zitting, zodat de heffingsambtenaar telkenmale voor niets naar de zitting komt. Daarbij staan de stukken van X bol van teksten die als grievend moeten worden aangemerkt. X wordt veroordeeld in de reiskosten van de heffingsambtenaar van € 20,-.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75 lid 1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 30 april

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen