Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat een verzoek tot aanpassing van de verdeling van het gezamenlijk box 2-inkomen tussen twee echtgenoten door een ambtshalve beschikking niet gehonoreerd hoeft te worden. De desbetreffende aanslagen staan al onherroepelijk vast.

Belastingplichtige X dient op 15 maart 2017 haar aangifte inkomstenbelasting/ premie volksverzekeringen 2016 in. Hierna is op 26 mei 2017 een definitieve aanslag opgelegd. X dient vervolgens op 6 maart 2018 een aanvullende aangifte 2016 in met als doel de verdeling van het gezamenlijke box 2-inkomen tussen haar en haar echtgenoot aan te passen. Deze nieuwe aangifte wordt uiteindelijk aangemerkt als een verzoek om ambtshalve vermindering. De inspecteur wijst dit verzoek vervolgens af.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat deze afwijzing terecht is. Het aanpassen van de verdeling tussen echtgenoten is een fiscale faciliteit in de zin van art. 45aaUitvoeringsregeling IB 2001. Dit betekent dat hierop een beroep moet zijn gedaan voordat de aanslag onherroepelijk is komen vast te staan. Nu de definitieve aanslag 2016 in mei 2017 is opgelegd staat deze onherroepelijk vast op het moment dat de aanvullende aangifte wordt ingediend. Zodoende leidt het verzoek tot ambtshalve vermindering niet tot een afwijkende onderlinge verdeling.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 45aa

Wet inkomstenbelasting 2001 9.6

Wet inkomstenbelasting 2001 2.17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 30 april

59

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen