Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat het verdelen van de door A bv gehouden vermogensbestanddelen om te komen tot een ontvlechting tussen de (conflictueuze) relatie van de broer en de zus als zelfstandig bevoegde bestuurders een zakelijk einddoel is. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Broer en zus bezitten ieder 50% van de aandelen in A bv. De broer exploiteert via een andere bv een juweliersbedrijf dat is gevestigd in een pand van B bv, een 100%-dochter van A bv. De verhouding tussen de broer en de zus is dermate moeizaam dat sprake is van een bestuursvacuüm. A bv wordt daarom juridisch gesplitst. De aandelen in B bv en de effecten gaan over op X bv, een nieuwe holding van de zus. In geschil is of X bv voor de (indirecte) verkrijging van 50% van de waarde van het pand terecht een beroep doet op de splitsingsvrijstelling in de overdrachtsbelasting. Zowel in de VPB- als IB-sfeer is de splitsing vrijgesteld. Rechtbank Gelderland stelt X bv in het gelijk. De Hoge Raad oordeelt dat de vrijstelling van toepassing kan zijn, ondanks dat geen van de betrokken bv’s een onderneming drijft. Volgt verwijzing.

Hof ’s-Hertogenbosch (V-N 2022/40.12) oordeelt dat het verdelen van de door A bv gehouden vermogensbestanddelen om te komen tot een ontvlechting tussen de (conflictueuze) relatie van de broer en de zus als zelfstandig bevoegde bestuurders een zakelijk einddoel is. De inspecteur maakt niet aannemelijk dat een door hem geschetste alternatief vanuit niet-fiscaal oogpunt zou zijn te prefereren. Bij meerdere, vanuit niet-fiscaal oogpunt uitwisselbare, alternatieven ter verwezenlijking van een zakelijk einddoel mag de belastingplichtige het fiscaal gunstigste alternatief kiezen. De gekozen splitsing is een logische route om het zakelijke einddoel te bereiken. Het hoger beroep van de inspecteur is ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Hoge Raad

Editie: 25 januari

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen