Hof Den Haag oordeelt dat de woning en het op 500 meter afstand van de woning gelegen perceel twee WOZ-objecten vormen.

Belanghebbenden zijn eigenaar van een woning in de gemeente Zederik en een op 500 meter afstand daarvan gelegen perceel. In geschil is of deze twee onroerende zaken één WOZ-object vormen.

Hof Den Haag oordeelt dat de woning en het op 500 meter afstand van de woning gelegen perceel twee WOZ-objecten vormen. Er zijn geen (uiterlijke) kenmerken die erop duiden dat de woning en het perceel één geheel vormen. Zo is er geen directe verbinding of relatie tussen beide objecten anders dan het gemeenschappelijke eigendom en gebruik: de woning ligt in de kern van het dorp en het perceel in het buitengebied, de objecten liggen op een afstand van een paar honderd meter van elkaar met vele tussenliggende gebouwde en ongebouwde objecten en zijstraten en de objecten kunnen afzonderlijk van elkaar verkocht worden. De woning en het perceel vormen geen samenstel als bedoeld in art. 16, aanhef en onderdeel d Wet WOZ. Het hof oordeelt verder dat belanghebbenden geen belang hebben bij hun klacht dat de heffingsambtenaar het perceel ten onrechte naar agrarische bestemming heeft gewaardeerd. Waardering naar de door hen voorgestane agrarische bestemming zou namelijk hebben geleid tot een hogere dan de vastgestelde waarde. Het hof oordeelt tenslotte dat het perceel door de heffingsambtenaar terecht is aangemerkt als niet-woning voor de OZB.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Wet waardering onroerende zaken 16-d

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 12 oktober

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen