Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de AWBZ-zorg alleen door een door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport toegelaten zorginstelling kan geschieden. Mevrouw X kan de zorg dus niet onder eigen naam, voor eigen verantwoordelijkheid en voor eigen risico verrichten.

Belanghebbende, mevrouw X, is gediplomeerd verzorgende IG (Individuele Gezondheidszorg). Eind 2013 vraagt X een verklaring arbeidsrelatie (VAR) aan. Het betreft werkzaamheden die vallen onder AWBZ-zorg in natura, zijnde het verplegen, verzorgen en begeleiden van cliënten in de thuiszorg. Volgens X is hiervoor ten onrechte een VAR-loon door de inspecteur afgegeven. Volgens X had zij een VAR-winst uit onderneming moeten krijgen. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de AWBZ-zorg alleen door een door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport toegelaten zorginstelling kan geschieden. X kan de zorg dus niet onder eigen naam, voor eigen verantwoordelijkheid en voor eigen risico verrichten. Het is ook niet gebleken dat X met de afnemers zorgovereenkomsten heeft gesloten, dat op X binnen het kader van AWBZ-zorg in natura een grotere verantwoordelijkheid rust dan gebruikelijk en dat X over haar uurtarief onderhandelt. X verricht haar werkzaamheden dus in het kader van een dienstbetrekking. Dit volgt uit de gezagsverhouding tussen de zorginstelling en X en de overeengekomen tegenprestatie. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.2

Wet op de loonbelasting 1964 2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 29 juni

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen