Belanghebbende, X, drijft een onderneming waarvan de activiteiten bestaan uit de verhuur van dertien kamers die op de bovenverdieping van een pand zijn gelegen. X huurt deze bovenverdieping van een derde. X verhuurt de kamers aan cliënten van E, een organisatie die mensen met een beperking helpt hun leven weer op te bouwen. X claimt de zelfstandigenaftrek in zijn aangifte ib/pvv voor het jaar 2010. De inspecteur accepteert deze aftrek niet omdat X volgens hem niet aan het urencriterium voldoet. Het beroep van X wordt ongegrond verklaard. X komt in hoger beroep. Hof Arnhem-Leeuwarden vindt dat X met het overleggen van het urenoverzicht en zijn toelichting daarop niet bewezen heeft dat hij in het betreffende jaar ten minste 1225 uren aan zijn onderneming heeft besteed. Het hof neemt in aanmerking dat de gemaakte uren niet zijn geregistreerd. In het urenoverzicht, dat ziet op een gemiddelde week, is slechts een globale weergave opgenomen van het aantal gewerkte uren terwijl X op de zitting van het hof geen duidelijkheid kon geven welke werkzaamheden nu precies onder de post 'diversen' vallen. Onduidelijk is gebleven, gelet op de opgevoerde auto- en transportkosten, hoe vaak X naar het pand is gereden. Het hof vindt het bovendien niet aannemelijk dat X vijftien uur per week heeft besteed aan onderhoud en reparaties. Het betreft immers klein onderhoud en X heeft geen materiaalkosten ten laste van zijn winst uit onderneming gebracht. Het hoger beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.76
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 19 januari