Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar niet inzichtelijk maakt waarom hij bij de waardebepaling van een woonzorgcentrum voor bepaalde archetypen uit de Taxatiewijzers heeft gekozen.

X is eigenaar en gebruiker van een woonzorgcentrum voor verstandelijk gehandicapten. In geschil is de WOZ-waarde naar waardepeildatum 1 januari 2015. De heffingsambtenaar stelt de WOZ-waarde in bezwaar vast op € 27.937.000. X komt in beroep. In geschil is de waarde van een drietal objectonderdelen. Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat niet inzichtelijk is geworden waarop de keuze van de heffingsambtenaar voor bepaalde archetypen uit de Taxatiewijzer Algemeen, de Taxatiewijzer Verzorging en de Taxatiewijzer Sport is gebaseerd. X maakt de waarde echter ook niet aannemelijk. De rechtbank verwerpt het standpunt van X dat moet worden aangesloten bij de Taxatiewijzer 2016. De rechtbank stelt de waarde in goede justitie vast op € 27.500.000.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Editie: 20 april

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen