X claimt in haar aangifte IB/PVV 2014 aftrek van specifieke zorgkosten. De aanslag wordt op 23 oktober 2015 conform de aangifte opgelegd. De nog niet in aanmerking genomen persoonsgebonden aftrek wordt bij beschikking vastgesteld op € 1253. Naar aanleiding van een door de Belastingdienst gestart onderzoek naar het kantoor van de gemachtigde van X krijgt zij in maart 2017 een vragenbrief betreffende de in de aangifte opgenomen ziektekosten. Na beantwoording van de vragen legt de inspecteur X een navorderingsaanslag IB/PVV 2014 op en wordt de beschikking persoonsgebonden aftrek verlaagd naar nihil. In hoger beroep is alleen nog in geschil of de inspecteur alle op de zaak betrekking hebbende stukken heeft overgelegd en of X recht heeft op immateriële schadevergoeding.
Volgens Hof Amsterdam is art. 8:42 Awb niet geschonden. Tussen partijen is niet meer in geschil dat de herziene beschikking persoonsgebonden aftrek terecht is genomen. Daarom kunnen de stukken waar X op doelt niet meer bijdragen aan de beslechting van een geschilpunt in hoger beroep. Verder kent het hof X immateriële schadevergoeding toe vanwege overschrijding van de redelijke termijn in de bezwaar- en beroepsfase. De rechtbank heeft ten onrechte het door X, voor de sluiting van het onderzoek, gedane verzoek daartoe buiten beschouwing gelaten. Daarom krijgt X voor de beroeps- en hoger beroepsfase ook proceskostenvergoeding toegekend.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:42
Besluit proceskosten bestuursrecht 1
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 18 januari