Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de IB-aanslagen over 2010 tot en met 2013 zonder expliciete standpuntbepaling zijn opgelegd, zodat deze geen vertrouwen kunnen opwekken. Mevrouw X beroept zich ook vergeefs op het gelijkheidsbeginsel.
Mevrouw X is actrice en geeft in haar IB-aangiften over 2015 en 2016 winst uit onderneming aan. In geschil is of de inspecteur een deel hiervan terecht aanmerkt als loon uit dienstbetrekking. X beroept zich primair op het vertrouwensbeginsel, omdat haar IB-aanslagen over 2010 tot en met 2013 wel conform de (herziene) aangiften zijn opgelegd.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de aanslagen over 2010 tot en met 2013 zonder expliciete standpuntbepaling zijn opgelegd, zodat deze geen vertrouwen kunnen opwekken (zie HR 13 december 1989, 25.077, V-N 1990/902,7). X beroept zich ook vergeefs op het gelijkheidsbeginsel (vgl. Hof Amsterdam 29 mei 2018, 17/00290, V-N 2018/41.25.6). Door toedoen van haar gemachtigde zou namelijk voor honderden andere artiesten loon zijn aangemerkt als winst. De beroepen van X zijn dus ook voor het overige ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.5
Wet inkomstenbelasting 2001 3.1
Wet inkomstenbelasting 2001 2.14
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 13 juli