Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de door de inspecteur doorgevoerde correctie ter zake van de verkoop van een pand te hoog is. Verder kan hij een eenmaal prijsgegeven correctie niet meer terugnemen met een beroep op interne compensatie.

F houdt de aandelen in belanghebbende, X bv. X bv houdt zich bezig met de exploitatie van onroerende zaken. Naar aanleiding van een controle brengt de inspecteur diverse correcties aan op de VPB-aangifte voor het jaar 2000. X bv is het niet eens met de door de inspecteur doorgevoerde correcties.

Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de correctie ter zake van de verkoop van een pand te hoog is. Aangezien noch X bv noch de fiscus de door hen gestelde waarden aannemelijk maken, stelt de rechtbank de waarde van het pand in goede justitie vast. Ten aanzien van het resultaat dat X bv met de verkoop van meubelen heeft behaald, verwijst de rechtbank naar een uitspraak van Hof 's-Gravenhage over het jaar 1998 (3 april 2012, nr. 11/00233, V-N 2012/56.21.9). In die procedure heeft het hof ten nadele van X bv beslist. De rechtbank neemt deze uitspraak als grondslag voor de beslissing over het jaar 2000 en stelt de inspecteur in het gelijk. Ook ten aanzien van de afschrijvingen op de onroerende zaken verwijst de rechtbank naar de uitspraak van het hof. De correcties van de inspecteur zijn correct. Ten aanzien van de correctie met betrekking tot de vrijval van de vervangingsreserve stelt de rechtbank X bv in het gelijk. Volgens de rechtbank heeft de inspecteur deze correctie namelijk onomwonden heeft prijsgegeven. Hij kan hier dan volgens de rechtbank vervolgens – na de zitting – niet met een beroep op interne compensatie op terugkomen. De rechtbank vermindert de aanslag.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Vennootschapsbelasting

Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage

Editie: 21 januari

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen