Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat bij een ingrijpende verbouwing niet voor elke uitgave afzonderlijk hoeft te worden getoetst of sprake is van onderhoud of verbetering.
X koopt in december 2010 twee panden waarvan één bestemd is als eigen woning. De panden zijn na de aankoop zeer ingrijpend gerenoveerd en verbouwd. Aankoop en verbouwing is gefinancierd met een lening. In 2013 trekt X € 85.389 rente over een schuld van € 4.269.443 af. De inspecteur corrigeert de verbouwingskosten met € 743.678. Dit zijn volgens hem geen kosten die verband houden met de verbouwing of verbetering van de woning, maar zogenoemde huurderslasten. In geschil is de hoogte van de eigenwoningschuld en daarmee de eigenwoningrenteaftrek over 2013.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur te weinig renteaftrek in aanmerking heeft genomen. Niet elke ‘onroerende uitgave’ hoeft zonder meer een uitgave voor onderhoud of verbetering van een eigen woning te zijn. Denk aan een ‘nieuw kleurtje’ voor de muur, zonder dat dit nodig is uit oogpunt van onderhoud. Maar het gaat hier om een zeer omvangrijke verbouwing. Het past daarbij niet om voor elke ‘onroerende uitgave’ afzonderlijk te toetsen of sprake is van onderhoud of verbetering. Dat doet geen recht aan het feit dat zo’n verbouwing in zijn geheel moet worden bezien (complexgedachte). Het gelijk is aan X.
Lees ook het thema Eigenwoningregeling.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.120
Wet inkomstenbelasting 2001 3.119a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 25 november