X bv is het niet eens met de boete van € 2460 die de inspecteur haar heeft opgelegd. De inspecteur besluit de boete in bezwaar te matigen tot € 500, onder andere vanwege het feit dat het gaat om de eerste aangifte vennootschapsbelasting van X bv en vanwege de geringe overschrijding (slechts 8 dagen) van de aangiftetermijn.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant veroordeelt de Belastingdienst in de werkelijke bezwaarkosten van X bv. Door de verzuimboeten op geautomatiseerde wijze op te leggen heeft de Belastingdienst de boete tegen beter weten in (foutief) opgelegd naar het maximumbedrag. Vaststaat immers dat de verzuimboete in de bezwaarfase is gematigd op grond van feiten en omstandigheden die reeds ten tijde van de vaststelling ervan bekend waren. Dit is aanleiding voor de rechtbank om de inspecteur de werkelijke kosten van X (€ 1050) te laten vergoeden. X bv krijgt ook een vergoeding van de kosten van de beroepfase, maar deze vergoeding wordt ondanks de schending van de hoorplicht door de inspecteur, forfaitair bepaald. Het beroep van X bv is gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:15-2
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 14 juni