X is eigenaar van een vrijstaande woning met een inpandige garage. De woning is gelegen aan het water en heeft een aanlegsteiger. De gemeente heeft de WOZ-waarde 2012 vastgesteld op een bedrag van € 401.000.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant acht het aannemelijk dat de meest biedende gegadigde voor een woning aan een ligging aan het water en een autoluwe weg een hogere waarde zal toekennen dan aan een ligging in een ‘gewone' woonwijk. Het is dan ook terecht dat de gemeente in verband met deze goede ligging een hogere waarde aan de grond heeft toegekend. Ook acht de rechtbank het juist dat de gemeente aan de aanlegsteiger, die een onderdeel vormt van de woning, een waarde heeft toegekend. De rechtbank is alles overwegende van oordeel dat de heffingsambtenaar met zijn taxatierapport aannemelijk heeft gemaakt dat de woning op de waardepeildatum een waarde in het economische verkeer had van € 401.000. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 14 juni