Rechtbank Den Haag oordeelt dat X overdrachtsbelasting is verschuldigd. De werkzaamheden die aan het oude postkantoor zijn verricht hebben er namelijk niet toe geleid dat een onroerende zaak is opgeleverd die tevoren niet bestond.

Belanghebbende, X, koopt op 16 september 2010 een appartementsrecht van D bv voor € 1.980.000. De daarover verschuldigde btw van € 376.200 is daarbij verlegd naar X. In de koopovereenkomst garandeert D bv dat er sprake is van een nieuw vervaardigde onroerende zaak vóór de eerste ingebruikneming. Het object dat D bv in 2007 had verworven was een postkantoor met een directeurswoning en zolderverdieping. Het deel dat X heeft gekocht, de directeurswoning en de zolderverdieping, is door D bv verbouwd tot een kantoorruimte. X is van mening dat er geen overdrachtsbelasting is verschuldigd ter zake van de koop van het appartementsrecht, omdat er sprake is van een nieuw vervaardigd goed.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat X er niet in is geslaagd aannemelijk te maken dat sprake is van werkzaamheden waardoor een onroerende zaak is opgeleverd die tevoren niet bestond. De rechtbank acht daarbij van belang dat aan het uiterlijk van het pand niets is gewijzigd. Verder overweegt de rechtbank nog dat er geen sprake is van een zodanige functiewijziging dat sprake is van in wezen nieuwbouw. Ook neemt de rechtbank nog mee dat er eerder sprake lijkt te zijn van groot onderhoud dan van nieuwbouw. Verder acht de rechtbank nog van belang dat het postkantoor een gemeentelijk monument is, zodat ook in het pand geen wezenlijke veranderingen mochten worden aangebracht. X is de overdrachtsbelasting verschuldigd.

 

Lees ook het thema over Onroerend goed: vrijgesteld van btw of toch belast?.

 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op belastingen van rechtsverkeer 15

Wet op de omzetbelasting 1968 11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting, Belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 14 juni

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen