Uit het KB Lux-onderzoek blijkt dat X in 1994 beschikte over een rekening bij de KB Lux. Het saldo bedroeg € 23.710. In haar IB-aangiften 2008-2010 vermeldt X geen vermogen in het buitenland. Medio 2012 informeert de inspecteur bij X naar de bankrekening. X antwoord dat zij geen kennis draagt van deze bankrekening en dat het vermogen waarschijnlijk consumptief is besteed. De inspecteur legt vervolgens IB-navorderingsaanslagen 2008-2010 op waarbij hij uitgaat van een buitenlands vermogen van circa € 300.000.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur er niet in is geslaagd aannemelijk te maken dat X te kwader trouw is ten aanzien van de IB-aangiften 2008-2010. Volgens de rechtbank is het feit dat X in 1994 beschikte over een bankrekening met een saldo van € 23.710 onvoldoende om aan te nemen dat X in 2008-2010 beschikte over een vermogen van circa € 300.000. De rechtbank acht de verklaringen over de consumptieve bestedingen in de loop der jaren plausibel. De rechtbank vernietigt de navorderingsaanslagen.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 5.3
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 2 oktober