Belanghebbende, X, is het niet eens met aanslagen rioolrechten respectievelijk rioolheffing die de gemeente Zutphen hem over de jaren 2009 t/m 2012 heeft opgelegd voor de adressen a-straat 3 en a-straat 5. Rechtbank Gelderland vernietigt de aanslag 2009 en verklaart het beroep van X voor het overige ongegrond. De gemeente gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de adressen a-straat 3 en a-straat 5 afzonderlijk in de rioolrechten/rioolheffing kunnen worden betrokken. Op grond van een toezegging uit 2003 mocht X er echter op vertrouwen dat de gemeente voor beide eigendommen/percelen geen aanslag zou opleggen over de jaren 2009 t/m 2012. Nu de heffingsambtenaar zijn principale hoger beroep 2009 uitdrukkelijk en onvoorwaardelijk heeft ingetrokken, is het incidentele hoger beroep van X over 2009 niet-ontvankelijk. Voor de jaren 2010 en 2011 heeft de heffingsambtenaar toegezegd dat hij de aanslagen gaat vernietigen. Hoewel dit strikt genomen ook tot niet-ontvankelijkheid zou moeten leiden, besluit het hof in het belang van een efficiënte afdoening de incidentele hoger beroepen van X over deze jaren gegrond te verklaren. Ook voor 2012 is het incidentele hoger beroep van X gegrond. Het hof verwerpt nl. de stelling van de gemeente dat met het toezenden van de aanslagen op 31 december 2011 de toezegging uit 2003 is opgezegd.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 2 oktober