Rechtbank Den Haag oordeelt dat ten onrechte de eis wordt gesteld dat de auto "af fabriek", dat wil zeggen "vóór toelating tot het Nederlandse wegennet",een hoogte van minimaal 130 cm moet hebben.

Mevrouw X is vanaf eind 2011 houder van een Landrover Defender HCPU 130, zijnde een pick-up met dubbele cabine en open laadbak. De auto wordt later omgebouwd tot kampeerauto door het plaatsen van een compleet op maat gemaakte opbouw. Deze opbouw is voorzien van een hefdak. Medio 2012 verzoekt X om toepassing van het kwarttarief voor kampeerauto's. In geschil is of dit verzoek terecht door de inspecteur is afgewezen.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat ten onrechte de eis wordt gesteld dat de auto "af fabriek", dat wil zeggen "vóór toelating tot het Nederlandse wegennet", een hoogte van minimaal 130 cm moet hebben. Het bepaalde in art. 5aa Uitv. besl. Wet MB 1992 leidt tot ongelijke behandeling van gelijke gevallen en is dus onverbindend. Er zijn namelijk juridisch geen relevante verschillen in uiterlijk, inrichting of anderszins tussen een vóór toelating tot het Nederlandse wegennet tot kampeerauto verbouwde auto en een na een eerdere toelating op het Nederlandse wegennet tot kampeerauto verbouwde auto. Voor het verschil in behandeling heeft de inspecteur geen objectieve en redelijke grond aangevoerd. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 23a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 13 september

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen