X bv is het niet eens met de WOZ-waarde van het pand dat zij huurt voor de exploitatie van haar restaurant. X bv dient een bezwaarschrift in en gaat vervolgens in beroep. Omdat de bezwaar- en beroepsprocedure meer dan twee jaar in beslag nemen, verzoekt X bv om een immateriële schadevergoeding.
Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat X bv recht heeft op ISV, omdat de tweejaartermijn is overschreden. Het forfaitaire bedrag van € 500,- per half overschrijding is grofmazig. Deze moet worden gematigd naar € 50,- per half jaar. De WOZ-waarde wordt ieder kalenderjaar opnieuw vastgesteld, waarna daartegen ieder jaar rechtsmiddelen kunnen worden aangewend. Daarnaast is X bv een rechtspersoon en zijn de belangen enkel financieel van aard. De bij X bv betrokken personen kunnen in afwachting van uitsluitsel over de aanslagen spanning en stress ervaren, maar de rechtbank vindt dat sprake is van een relatief gering belang bij de uitkomst van de procedure. Het beroep ten aanzien van de WOZ-waarde is ongegrond. De heffingsambtenaar hoeft derhalve geen griffierecht te vergoeden. Ook hoeft de heffingsambtenaar geen griffierecht te vergoeden vanwege de kostenveroordeling van ISV. Voor een beroep op ISV is namelijk geen griffierecht verschuldigd.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Midden-Nederland
Editie: 9 juni