Hof Amsterdam oordeelt dat de door de gemeente Amsterdam gehanteerde methode en toegepaste factoren voor het berekenen van erfpachtcorrecties bij de WOZ-waardering deugdelijk zijn. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbende, X, is eigenaar van een woning die is gelegen op erfpachtgrond. Rechtbank Amsterdam oordeelt dat de methode voor de berekening van de erfpachtcorrectie van de gemeente Amsterdam niet meer deugt en verlaagt de WOZ-waarde van € 298.500 naar € 296.000.

Hof Amsterdam (V-N 2020/8.1.8) oordeelt dat de door de gemeente Amsterdam gehanteerde methode en toegepaste factoren voor het berekenen van erfpachtcorrecties bij de WOZ-waardering deugdelijk zijn. Met partijen is het hof van oordeel dat de erfpachtcorrectie berekend kan worden door de in de toekomst te betalen canons over een periode van 50 jaar contant te maken. Bij de berekening van die contante waarde moeten onzekere toekomstige ontwikkelingen worden ingeschat over een periode van 50 jaar. Aan iedere schatting is een zekere ruwheid eigen en dat geldt zeker ook voor de onderhavige schattingen. Een nominaal kleine wijziging in één van de factoren kan van grote invloed zijn op de hoogte van de uiteindelijk in aanmerking te nemen correctie. De uitkomst van de berekening kent dan ook een hoge onzekerheidsmarge. Er is een brede waaier aan uitkomsten mogelijk. De gemeente is niet verplicht om uit die brede waaier de meest waarschijnlijke of de beste te kiezen. Voldoende is dat de gemeente op zorgvuldige wijze, reële, goed verdedigbare keuzes maakt. Naar het oordeel van het hof is dat het geval. Het hof stelt de gemeente in het gelijk.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hoge Raad

Editie: 5 juni

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen