Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur het nabestaandenpensioen van X terecht in box 1 heeft belast. De rechtbank overweegt daarbij dat X geen gehoor heeft gegeven aan het verzoek om haar pensioenbrief of een ander stuk waaruit haar pensioenrechten blijken te overleggen.

Belanghebbende, X, geniet een nabestaandenpensioen van B, een volkenrechtelijke organisatie. Het betreft een onzuiver pensioen. De op 11 september 1992 overleden echtgenoot van X werkte voor B. X woont samen met de heer A. A ook is werkzaam geweest voor B en geniet een pensioen van B. Vanaf 2009 correspondeert A met diverse overheidsinstellingen over de belastbaarheid van de pensioenen die hij en X van B genieten. Verder treedt A ook op namens diverse pensioenorganisaties. In haar IB-aangiften verantwoordt X het pensioen in box 3. De inspecteur corrigeert de IB-aangiften 2013 - 2015 en belast het pensioen in box 1.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur het nabestaandenpensioen van X terecht in box 1 heeft belast. De rechtbank overweegt daarbij dat X geen gehoor heeft gegeven aan het verzoek om haar pensioenbrief of een ander stuk waaruit haar pensioenrechten blijken te overleggen. Door het ontbreken van deze stukken is het ook niet mogelijk om het pensioen te splitsen. Ook verwerpt de rechtbank het beroep van X op het vertrouwensbeginsel, omdat X en A zeer goed zijn ingevoerd in de pensioenmaterie. Volgens de rechtbank is dan niet van belang dat de inspecteur een aantal jaren de aangifte heeft gevolgd. Verder heeft X relevante informatie aan de inspecteur onthouden, hetgeen heeft geleid tot een fiscaal onjuist standpunt over de belastingheffing over de pensioenuitkeringen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.82

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 12 juni

Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen