Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur de aanslag met toepassing van omkering en verzwaring van de bewijslast naar redelijkheid heeft ingeschat. Door het niet doen van aangiften heeft X met voorwaardelijk opzet gehandeld. De vergrijpboete blijft in stand.
X is samen met zijn echtgenote firmant in een VOF die een rijschool exploiteert. X doet na daartoe te zijn uitgenodigd en aangemaand niet de vereiste aangiften IB/PVV over de jaren 2011 tot en met 2013. De inspecteur legt na een boekenonderzoek (navorderings)aanslagen met vergrijpboeten op over die jaren. Tijdens het boekenonderzoek bleek de administratie gebrekkig te zijn, waardoor de heffingsgrondslag is geschat. X komt tevergeefs in bezwaar en beroep. X gaat in hoger beroep.
Hof Amsterdam onderzoekt of de aanslag tot het juiste bedrag is geschat en of de vergrijpboete in stand kan blijven. Het hof oordeelt dat de omzetberekening op basis van de bekende informatie juist is. De grondslag voor de aanslag is met toepassing van de omkering en verzwaring van bewijslast voldoende aannemelijk gemaakt. Het beroep van X op vermeend opgewekt vertrouwen tijdens het boekenonderzoek slaagt niet. Het hof oordeelt voorts dat X al met het niet doen van aangifte voorwaardelijke opzet verweten kan worden. Hoger beroep ongegrond.
Lees ook het thema De aangifteverplichting in de AWR.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 8
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 25
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 8 februari