B bv exploiteerde onder de naam A bv tot 21 februari 2014 een horecabedrijf. Op 21 februari 2014 zijn de aandelen in A bv overgenomen, is haar naam gewijzigd in B bv en is haar vestigingsadres gewijzigd. In geschil zijn de aanslagen zuiveringsheffing bedrijfsruimte, onroerendezaakbelasting gebruiker, rioolheffing en afvalstoffenheffing over de jaren 2012, 2013 en 2014. Op de zitting zegt de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking West-Brabant toe dat de aanslagen rioolheffing en afvalstoffenheffing voor 2014 vanwege de verhuizing alsnog naar tijdsgelang zullen worden verminderd. Van alle overige aanslagen zal (nogmaals) ambtshalve worden beoordeeld of deze terecht zijn opgelegd.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de beroepen niet-ontvankelijk zijn voor zover deze betrekking hebben op aanslagen waarvoor nog geen uitspraak op bezwaar is gedaan. De aanslag zuiveringsheffing bedrijfsruimte (2013) en de aanslagen onroerendezaakbelasting gebruiker, rioolheffing en afvalstoffenheffing (2014) zijn opgelegd op 31 december 2015. Aangezien het bezwaarschrift pas op 16 februari 2016 door de heffingsambtenaar is ontvangen, worden deze bezwaren alsnog niet-ontvankelijk verklaard. De heffingsambtenaar had de bezwaren ten onrechte ontvankelijk verklaard. Het beroep van B bv is in zoverre gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 27 december