Rechtbank Zeeland-West-Brabant beoordeelt de grondslag van een informatiebeschikking. Vanwege onduidelijkheid rond gevraagde inlichtingen vernietigt de rechtbank de beschikking.

De inspecteur stelt X bij herhaling een aantal vragen in het kader van een onderzoek naar de aanvaardbaarheid van de aangiften loonheffingen 2017, 2018 en 2019 van X. Omdat de vragen niet worden beantwoord geeft de inspecteur een informatiebeschikking af. Voor het jaar 2017 legt de inspecteur een naheffingsaanslag loonheffingen op. X geeft nog enkele aanvullende inlichtingen en komt tevergeefs in bezwaar tegen de informatiebeschikking. X komt in beroep bij de rechtbank.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant beoordeelt de grondslag van de informatiebeschikking. De inspecteur is niet geslaagd in het bewijs dat alle bijgehouden administratie pas volledig is verstrekt nadat de informatiebeschikking is gegeven. De rechtbank stelt vast dat de informatiebeschikking alleen ziet op de inlichtingenverplichting en niet op de administratieverplichting. Vanwege onduidelijkheid rond de gevraagde inlichtingen in relatie tot de verstrekte inlichtingen vernietigt de rechtbank de informatiebeschikking 2018 en 2019. Ten aanzien van 2017 is de beschikking vervallen omdat voor dat jaar een naheffingsaanslag is opgelegd voordat de beschikking onherroepelijk was. Beroep is gegrond.

Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52

Algemene wet inzake rijksbelastingen 47

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 30 mei

13

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen