X, die werkzaam is als advocaat, is sinds 2011 bezig met de ontwikkeling van een verpakkingsproduct voor crèmes, gels en pasta’s. In 2012 maakt hij € 33.489 aan kosten, die hij in zijn IB-aangifte 2012 in aftrek brengt. De inspecteur staat aftrek niet toe, omdat er volgens hem geen bron van inkomen aanwezig is.
Hof Den Haag oordeelt dat X de gemaakte kosten niet ten laste van zijn inkomen kan brengen. Volgens het hof maakt X niet aannemelijk dat een bron van inkomen aanwezig is. Daarbij is van belang dat het product zich in 2012 nog in een ontwikkelingsfase bevond. Uit de gesprekken die X in 2012 met producenten en merkhouders heeft gevoerd, blijkt dat het product op dat moment nog geen commercieel levensvatbaar product was. Het product voldeed namelijk (nog) niet aan de wensen van potentiële afnemers. Verder is ook van belang dat in 2012 nog geen beslissing was genomen op de door X ingediende octrooiaanvraag. Het product was in 2012 dan niet al zodanig ontwikkeld dat redelijkerwijs kon worden verwacht dat zij X, in de nabije toekomst, positieve opbrengsten zal opleveren.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 22 september