Hof ´s-Hertogenbosch verwerpt in hoger beroep de rapporten van beide deskundigen en stelt op basis van wat partijen over en weer hebben aangevoerd de waarde van de grond in goede justitie vast. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

De heer X (belanghebbende) exploiteert in maatschapsverband met zijn echtgenote een landbouwbedrijf. Eind 2004 verkopen ze grond aan hun kinderen onder voorbehoud van een zesjarig pachtrecht. Hierbij is een prijs gehanteerd van € 3,26 per m2. De inspecteur corrigeert de IB-aangifte van X en gaat uit van € 28,27 per m2 in verpachte staat, aangezien in het gebied woningbouw is gepland. Rechtbank Breda oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat de prijs onzakelijk is. Volgens de bevindingen van een door de rechtbank benoemde deskundige blijkt dat de prijs € 10,25 per m2 had moeten zijn. Aangezien echter 15% van het verkochte is gelegen buiten de omlijning van het eventueel voor woningbouw te bestemmen gebied, is de correctie in zoverre onterecht. De inspecteur gaat in hoger beroep. Het hof benoemt in overleg met partijen een andere deskundige om de waarde van de grond te bepalen.

Hof ´s-Hertogenbosch (MK I, 23 mei 2013, 11/00443, V-N 2013/42.2.2) verwerpt de rapporten van beide deskundigen en stelt op basis van wat partijen over en weer hebben aangevoerd de waarde van de grond in goede justitie vast. De waarde in het economische verkeer van de grond gelegen binnen de omlijning van het voor woningbouw bestemde gebied is € 21 per m2. De waardedruk in verband met de verpachting is € 2,25 per m2, zodat de waarde € 18,75 per m2 is, doch uitsluitend voor de grond in het "transformatiegebied". De boekwinst wordt voor 60% aan X toegerekend, conform de winstverdeling die ter zitting van de rechtbank is gebleken. Er wordt voorbij gegaan aan de verdeling 50%-50%, die X thans voorstaat. Het is namelijk niet aannemelijk dat X en zijn echtgenote een afwijkende afspraak hebben ten opzichte van de verdeling van de reguliere jaarwinst. Het beroep van de inspecteur is deels gegrond. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 art. 3.8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 15 juli

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen