Hof Amsterdam oordeelt overeenkomstig het door partijen overeengekomen compromis. 

In zijn aangiften IB/PVV 2015 en 2016 brengt X respectievelijk € 6227 en € 4166 aan kosten in aftrek voor bühnekleding en persoonlijke verzorging. De inspecteur legt aanslagen IB/PVV 2015 en 2016 op. Na het opleggen van de aanslagen vermindert de inspecteur via een verminderingsbeschikking de aanslag IB/PVV 2015. X gaat in bezwaar en beroep. De rechtbank verklaart X' beroep ongegrond. In hoger beroep is in geschil de hoogte van de aftrek van kosten voor bühnekleding en persoonlijke verzorging.

Hof Amsterdam oordeelt overeenkomstig het door partijen overeengekomen compromis. Met betrekking tot de in hoger beroep nog ter discussie staande bedragen aan mogelijke aftrek, komen partijen overeen dat deze bedragen voor de helft aftrekbaar zijn en voor de andere helft worden aangemerkt als niet-aftrekbare privébesteding. De inspecteur vergoedt de griffierechten aan X en X draagt zijn eigen proceskosten. Het hoger beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.16

Wet inkomstenbelasting 2001 3.15

Instantie: Hof Amsterdam

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 8 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

451

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen