X is werkzaam geweest voor B, een volkenrechtelijke organisatie. Vanaf 2009 correspondeert hij met diverse overheidsinstellingen over de belastbaarheid van het pensioen dat hij van B geniet. Het betreft een onzuiver pensioen. Verder treedt hij ook op namens diverse pensioenorganisaties. In zijn IB-aangiften verantwoordt X het pensioen in box 3. De inspecteur corrigeert de IB-aangiften 2013 - 2015 en belast het pensioen in box 1.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur het pensioen van X terecht in box 1 heeft belast. De rechtbank overweegt daarbij dat X geen gehoor heeft gegeven aan het verzoek om zijn pensioenbrief of een ander stuk waaruit zijn pensioenrechten blijken te overleggen. Door het ontbreken van deze stukken is het ook niet mogelijk om het pensioen te splitsen. Ook verwerpt de rechtbank het beroep van X op het vertrouwensbeginsel, omdat X zeer goed is ingevoerd in de pensioenmaterie. Volgens de rechtbank is dan niet van belang dat de inspecteur een aantal jaren de aangifte heeft gevolgd. Verder heeft X relevante informatie aan de inspecteur onthouden, hetgeen heeft geleid tot een fiscaal onjuist standpunt over de belastingheffing over de pensioenuitkeringen.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.82
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 12 juni