Rechtbank Den Haag oordeelt dat voor het heffen van een BIZ-bijdrage geen wettelijke grondslag bestaat, omdat de uitvoerende stichting in strijd met het bepaalde in de Verordening BIZ-bijdrage en de uitvoeringsovereenkomst voor 2015 geen activiteitenplan heeft ingediend.

Belanghebbende, X, is eigenaar van een winkel die is gevestigd in een gebied waar de gemeente een BIZ-bijdrage heft. De gemeente legt aan X voor het jaar 2015 een aanslag BIZ-bijdrage op van € 750.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat voor het heffen van een BIZ-bijdrage geen wettelijke grondslag bestaat, omdat de uitvoerende stichting in strijd met het bepaalde in de Verordening BIZ-bijdrage en de uitvoeringsovereenkomst voor 2015 geen activiteitenplan heeft ingediend. Voor zover de heffingsambtenaar meent dat de stichting niet jaarlijks een activiteitenplan hoeft in te dienen, omdat reeds voldoende duidelijk is welke activiteiten zij moet verrichten, volgt de rechtbank hem daarin niet. Dat de begroting voor 2014 in grote lijnen de activiteiten vermeldt en de internetsite hier doorlopend melding van maakt, doet aan het voorgaande niet af. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond en vernietigt de aanslag BIZ-bijdrage.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Experimentenwet BI-zones 7-3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 18 mei

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen