Rechtbank Den Haag oordeelt dat de cultuurgrondvrijstelling van toepassing is op de boomkwekerij.

Belanghebbende, X, is eigenaar van een stuk grond met daarop een woning, een theetuin en een boomkwekerij. De gemeente gaat voor de WOZ uit van twee objecten: de woning en het bedrijf.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de cultuurgrondvrijstelling van toepassing is op de boomkwekerij. X heeft aannemelijk gemaakt dat hij de grond bedrijfsmatig exploiteert. Uit het door X overgelegde urenoverzicht blijkt dat de boomkwekerij meer omvat dan slechts een hobby. Tevens wordt een groot deel van de grond gebruikt voor de exploitatie van de boomkwekerij. De opbrengst van het land wordt verkocht op de veiling en daarmee werd in het jaar 2013 een netto-omzet behaald van ruim € 13.000. Anders dan de heffingsambtenaar ziet de rechtbank geen aanleiding om een algemene eis te stellen dat met de exploitatie van de cultuurgrond steeds een minimum gezinsinkomen moet worden gegenereerd wil er sprake zijn van bedrijfsmatige exploitatie van de cultuurgrond. Naar het oordeel van de rechtbank behoort de waarde van de cultuurgrond van de boomkwekerij dan ook niet tot de heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen. De rechtbank vermindert de waarde van het bedrijf met € 132.000 (8800 m² x € 15).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet waardering onroerende zaken 2-1-a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 18 mei

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen