Rechtbank Rotterdam oordeelt dat het verlenen van rechtsbijstand geen vast onderdeel is van een duurzame, op het vergaren van inkomsten gerichte taakuitoefening. Hij voert ter zake niet regelmatig bezwaar- en beroepsprocedures en hij ontbeert enige relevante juridische scholing.

In geschil is de WOZ-beschikking van € 267.000. In de beroepsfase wordt alsnog een compromis gesloten, waardoor de waarde wordt verlaagd tot € 200.000. Thans is uitsluitend nog in geschil of de gemachtigde beroepsmatig rechtsbijstand verleent. Volgens de gemachtigde is hij registeraccountant/oud-inspecteur VPB met ruim 30 jaar ervaring bij een advieskantoor en heeft zijn bv een jaarlijkse omzet van meer dan € 10.000.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat het verlenen van rechtsbijstand geen vast onderdeel is van een duurzame, op het vergaren van inkomsten gerichte taakuitoefening (vgl. HR 16 november 2012, 11/02517, V-N 2012/58.5). De gemachtigde voert namelijk niet regelmatig tegen vergoeding bezwaar- en beroepsprocedures over de WOZ en hij ontbeert enige relevante juridische scholing. Het verzoek om een proceskostenveroordeling wordt daarom afgewezen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Rotterdam

Editie: 2 augustus

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen