Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X premieplichtig is in Nederland en dat hij geen recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting.
X woont in Nederland en werkt in 2018 in dienstbetrekking bij één onderneming in Liechtenstein en bij twee ondernemingen in Luxemburg. De SVB verklaart middels een A1-verklaring het Nederlandse socialezekerheidsrecht van toepassing voor de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 maart 2019. Het (hoger) beroep van X tegen deze A1-verklaring is afgewezen. De bezwaren die Liechtenstein had tegen de voorlopige vaststelling van de verzekeringsplicht zijn ingetrokken. In geschil is of X premieplichtig is en of hij recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X premieplichtig is in Nederland en dat hij geen recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. De belastingrechter is namelijk gebonden aan de A1-verklaring, die het Nederlandse socialezekerheidsrecht op X van toepassing verklaart. Ten aanzien van het inkomen dat hij van zijn Liechtensteinse werkgever ontvangt, maakt X niet aannemelijk dat hij feitelijk onderworpen is geweest aan belastingheffing in Liechtenstein, of dat hij drie maanden arbeid heeft verricht binnen het grondgebied van Liechtenstein. X legt namelijk geen bewijsmiddel over waaruit kan worden afgeleid dat hij werkzaam was op een schip waarvan de exploitatie geschiedde vanuit Liechtenstein. Op grond van het belastingverdrag tussen Nederland en Luxemburg is de beloning genoten door een Nederlands inwoner ter zake van een dienstbetrekking uitgeoefend aan boord van een schip slechts in Nederland belastbaar. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond.
Lees ook het thema Internationale sociale zekerheid.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 38
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Internationaal belastingrecht, Internationale sociale zekerheid
Editie: 15 december
Informatiesoort: VN Vandaag