Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de tijdelijke-verhuurregeling van toepassing is op de verhuur van de eerste verdieping van eisers woning.

X heeft een woning die bestaat uit drie verdiepingen. X bewoont het souterrain en de begane grond. In 2018 verhuurt X de eerste verdieping aan toeristen. De eerste verdieping van de woning is bereikbaar via een centrale opgang in de woning en beschikt binnenshuis over een eigen toegangsdeur. Over 2018 geeft X 70% van de WOZ-waarde aan in box 1, 85% van de overige 30% van de WOZ-waarde geeft hij in box 3 aan. X neemt in de aangifte geen inkomsten uit tijdelijke verhuur op. In geschil is of de tijdelijke-verhuurregeling van art. 3.113 Wet IB 2001 van toepassing is op de verhuur.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de tijdelijke-verhuurregeling van toepassing is op de verhuur van de eerste verdieping. De eerste verdieping maakt deel uit van X’ eigen woning. Dat X de eerste verdieping in 2018 niet zelf bewoont, maakt niet dat deze hem niet anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking staat.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.113

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 15 december

Informatiesoort: VN Vandaag

459

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen