Belanghebbende, X, houdt de aandelen in B bv en (middellijk) in J bv. Uit een boekenonderzoek blijkt dat X in de vorm van vermomde uitdelingen op grote schaal vermogen aan J bv heeft onttrokken. Hierbij werden valse facturen opgesteld en werden vervoermiddelen voor privégebruik aangeschaft, waarvan de kosten als inkoopkosten voor papier werden geboekt. Naar aanleiding van het onderzoek legt de inspecteur IB-(navorderings)aanslagen over de jaren 1998-2006 op aan X. Tijdens de procedure komen de inspecteur en X in december 2005 overeen dat X zich niet zal beroepen op de verjaringstermijn en dat de inspecteur geen (navorderings)aanslagen zal opleggen voordat alle gegevens uit het boekenonderzoek bekend zijn. Rechtbank Arnhem oordeelt dat X niet overtuigend heeft doen blijken dat de winstuitdelingscorrecties die samenhangen met de door X vervalste facturen te hoog zijn. De rechtbank vermindert de meeste aanslagen vervolgens. De navorderingsaanslagen over 1998 en 1999 worden vernietigd, omdat ze buiten de navorderingstermijn van vijf jaar zijn opgelegd, en de verlengde navorderingstermijn niet van toepassing is.
Hof Arnhem - Leeuwarden oordeelt dat het X vrij staat om zich – ondanks de gesloten overeenkomst – te beroepen op de verjaringstermijn. Het hof stelt hierbij vast dat de inspecteur de overeenkomst heeft geschonden door een navorderingsaanslag over het jaar 2000 op te leggen voordat alle gegevens uit het boekenonderzoek bekend waren. Hieraan doet niet af dat het opleggen van de navorderingsaanslag geboden was uit invorderingsoverwegingen. Vervolgens merkt het hof op dat dit er niet toe leidt dat de overeenkomst in zijn geheel moet vervallen. Het hof vermindert vervolgens alleen de IB-navorderingsaanslag 2000.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 4.13
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 13 september