X doet te laat aangifte IB/PVV 2016 nadat hij daarvoor uitgenodigd, aangemaand en herinnerd is. De inspecteur legt bij de aanslag IB/PVV de maximale verzuimboete van € 5278 op. X komt daartegen tevergeefs in bezwaar en beroep. X komt in hoger beroep en doet daarbij in het beroepschrift een bewijsaanbod ten aanzien van het stelselmatig aangifteverzuim en zijn financiële positie. In de procedure maakt X daar geen gebruik van.
Hof Arnhem-Leeuwarden onderzoekt of de aan X opgelegde verzuimboete passend en geboden is. Het hof stelt vast dat er sprake is van onverklaarbaar stelselmatig verzuim. Het hof kan niet vaststellen of de financiële positie van X aanleiding is voor matiging van de boete wegens gebrek aan nadere gegevens daarover. Hoger beroep ongegrond.
Wetsartikelen:
Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 21
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 3 februari