Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in navolging van de rechtbank dat bij parkeren met een overgenomen parkeerkaartje geen sprake is van voldoening van de verschuldigde parkeerbelasting.

Belanghebbende, X, parkeert zijn auto op een parkeerplaats waar voor het parkeren parkeerbelasting is verschuldigd. X maakt gebruik van een parkeerkaartje dat haar door een derde ter overname werd aangeboden. Dit kaartje is gekocht voor een gereduceerd tarief en is alleen geldig in combinatie met een bezoekersvergunning waarover X niet beschikt.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in navolging van de rechtbank dat bij parkeren met een overgenomen parkeerkaartje geen sprake is van voldoening van de verschuldigde parkeerbelasting. Niet in geschil is dat ter zake van het parkeren van de auto parkeerbelasting was verschuldigd. Dan dient bij de aanvang van het parkeren de parkeerbelasting te worden voldaan. X noch iemand anders heeft ter zake van het parkeren van de auto parkeerbelasting voldaan. Anders dan X betoogt is het overnemen van een parkeerkaartje van een derde niet een handeling waarmee uitvoering wordt gegeven aan "het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van een parkeermeter of parkeerautomaat" zoals bedoeld in art. 234 lid 2 aanhef en onderdeel a Gemeentewet. X legt met haar stelling dat voor een bepaalde parkeertijd parkeerbelasting is voldaan ten onrechte een verband tussen het belastbare feit en de hoogte van de parkeerbelasting. Het parkeren van een voertuig vormt het belastbare feit voor de parkeerbelasting en dit staat los van de hoogte van de parkeerbelasting die mede afhankelijk kan zijn van de parkeertijd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 225

Gemeentewet 234

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 29 april

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen