Belanghebbende, X, geniet in 2002 een bedrag van € 19.959 aan loon. X is niet uitgenodigd voor het doen van aangifte IB/PVV 2002 en heeft ook geen aangifte gedaan. Naar aanleiding van een strafrechtelijk onderzoek van de FIOD-ECD waaruit blijkt dat X handelt in qat, legt de inspecteur een navorderingsaanslag op naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 48.335 en een boete.
Hof Amsterdam volgt de rechtbank in het oordeel dat X inkomsten heeft genoten met de handel in qat en dat deze inkomsten resultaat uit overige werkzaamheden vormen. Het hof past omkering van de bewijslast toe, niet omdat X niet de vereiste aangifte zou hebben gedaan zoals de rechtbank overwoog maar omdat X niet heeft voldaan aan de administratieplicht. X bewijst niet dat het door de inspecteur geschatte inkomen te hoog is en de schattingen van de inspecteur zijn niet willekeurig. De aanslag en de boete worden wel verminderd naar aanleiding van een herberekening door de inspecteur. In zoverre is het hoger beroep van X gegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 13 september