Hof Den Haag oordeelt dat de naheffingsaanslag parkeerbelasting die is opgelegd toen er bij de gemeente Leiden een reorganisatie gaande was, niet door een bevoegde functionaris is opgelegd.

Belanghebbende, X, is het niet eens met een naheffingsaanslag parkeerbelasting van de gemeente Leiden.

Hof Den Haag oordeelt dat de naheffingsaanslag parkeerbelasting die is opgelegd toen er bij de gemeente Leiden een reorganisatie gaande was, niet door een bevoegde functionaris is opgelegd. Het hof vernietigt de naheffingsaanslag omdat deze niet is opgelegd door of namens een gemeentelijke functionaris of ambtenaar, die door het B. en W. is belast met de heffing van gemeentelijke belastingen. In die omissie wordt niet voorzien door het besluit van de gemeentesecretaris-algemeen directeur, waarbij deze heeft bepaald dat de vóór de reorganisatie door B. en W. aan de afdelingsmanager SEI en aan de afdelingsmanager WIO verleende bevoegdheid om belastingen, leges en andere heffingen te heffen, met ingang van 1 januari 2015 wordt uitgeoefend door de bekleder van een nieuwe functie. Dit reeds omdat niet duidelijk is op grond van welke toereikende bevoegdheid de gemeentesecretaris-algemeen directeur dat besluit heeft genomen. Ten overvloede oordeelt het hof dat ook vanwege de onduidelijkheid ter plaatse over het parkeerregime de naheffingsaanslag niet in stand kan blijven.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 231

Gemeentewet 225

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 18 augustus

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen