Hof Arnhem-Leeuwarden beslist dat het bezwaar tegen de aanslag erfbelasting terecht niet-ontvankelijk is verklaard vanwege niet-verschoonbare termijnoverschrijding.

De zus van belanghebbende, X, overlijdt. In haar testament heeft de zus (hierna: erflaatster) twee van haar zussen, X en C, tot haar enig erfgenamen benoemd. Op het moment van overlijden van erflaatster heeft X meer dan vijf jaren onafgebroken met haar en C samengewoond. In deze periode hebben alle drie de zussen op hetzelfde adres in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven gestaan. Tussen de zussen is onderling geen notarieel samenlevingscontract gesloten. In de aangifte erfbelasting claimt X de partnervrijstelling. Bij de berekening van de aanslag erfbelasting weigert de inspecteur dit. Het bezwaar van X tegen deze aanslag wordt vanwege termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank verklaart het bezwaar wel ontvankelijk, maar is het met de inspecteur eens dat de partnervrijstelling niet kan worden toegepast.

Hof Arnhem-Leeuwarden beslist dat de inspecteur het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Anders dan de rechtbank beslist het hof dat de gemachtigde van X niet aannemelijk heeft gemaakt dat het bezwaarschrift van 2 juni 2017 (tijdig) ter post is bezorgd. De gemachtigde beschikt niet over een verzendadministratie en heeft ook niet op een andere manier bewijs geleverd waaruit de tijdige verzending van het bezwaarschrift aannemelijk is. Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 32

Algemene wet bestuursrecht 6:9

Algemene wet bestuursrecht 6:7

Algemene wet bestuursrecht 6:11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 8 mei

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen