Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat de rechtbank ten onrechte voorbij is gegaan aan de vergoeding van het bouwkundig rapport en kent deze alsnog toe.

Belanghebbende, X, is eigenaar en gebruiker van een tussenwoning gelegen op een perceel van 194 m2. De heffingsambtenaar heeft de waarde voor 2017 vastgesteld op € 172.000. Na bezwaar stelt de heffingsambtenaar de waarde vast op € 140.000 maar wijst het verzoek om toekenning van een vergoeding voor het opstellen van een bouwkundig rapport af. In geschil is de WOZ-waarde van de woning en of de vergoeding van het bouwkundig rapport terecht is afgewezen.

Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat de rechtbank ten onrechte voorbij is gegaan aan de vergoeding van het bouwkundig rapport en kent deze alsnog toe. Verder oordeelt het hof dat de heffingsambtenaar bij het bepalen van de WOZ-waarde voldoende rekening heeft gehouden met de onderhoudstoestand van de woning. Dit blijkt uit het taxatierapport en het eigen verkoopcijfer van € 166.000.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 24 juli

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen